NORM 3

EFFECTIEF INTERN TOEZICHTHOUDEN EN CONTROLE UITOEFENEN

Onder dit thema vallen normen over de wijze waarop het intern toezicht werkt en waarde toevoegt aan de doelstellingen en het functioneren van het pensioenfonds. Ook zijn er normen opgenomen over de controle.

NORMEN

Toezichtvisie ontwikkelen

Het intern toezicht legt een toezichtvisie ten grondslag aan zijn toezicht. Deze visie omvat ten minste de volgende elementen:

  • de doelstelling van het intern toezicht;
  • de rol, rolinvulling en de werkwijze van het intern toezicht;
  • de interactie tussen intern toezicht en bestuur;
  • de interactie tussen intern toezicht en de diverse sleutelfunctiehouders;
  • de interactie tussen intern toezicht en het verantwoordingsorgaan of belanghebbenden- orgaan.

Toelichting:

In de toezichtvisie formuleert het intern toezicht een leidraad voor zijn eigen functioneren. De toezichtvisie biedt duidelijkheid voor bestuur en andere organen over wat het intern toezicht van belang vindt. Het intern toezicht zal in zijn toezichtvisie onder meer vastleggen dat het een oordeel vormt over zowel de missie, visie strategie en beleidskeuzes, als over de besturing en bedrijfsvoering. De toezichtvisie krijgt een operationalisering in onder meer een op te stellen normenkader en andere afspraken die worden geregeld in de normen 18 en 26.

Het intern toezicht legt vast hoe het intern toezicht het functioneren van het bestuur toetst, wat daarbij het normenkader is, wat het intern toezicht daarvoor nodig heeft, over welke onderwerpen het intern toezicht zich in een specifieke periode een oordeel wenst te vormen en waarover het in gesprek wil met bestuur en verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan.

Rolbewust zijn

Het intern toezicht is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid als toezichthouder en gedraagt zich ernaar.

Het intern toezicht stelt zich op als gesprekspartner van het bestuur.

Het intern toezicht stelt zich onafhankelijk op ten opzichte van andere toezichthouders, overige fondsorganen en van welk ander belang dan ook en kan kritisch opereren.

Werkzaamheden van actuaris en accountant vaststellen

Het bestuur draagt de accountant en actuaris die controle uitvoert c.q. certificeert in beginsel geen andere werkzaamheden op dan controle c.q. certificering. Geeft het bestuur wel een andere opdracht, dan vraagt dit een zorgvuldige afweging en een afzonderlijke opdrachtformulering.

Het bestuur beoordeelt vierjaarlijks het functioneren van de accountant en de actuaris en stelt het intern toezicht en het verantwoordingsorgaan of het belanghebbendenorgaan van de uitkomst op de hoogte.