12 september 2013 |

De Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid hebben samen de Code Pensioenfondsen opgesteld. De code bevat bepalingen over het functioneren van de verschillende bestuurlijke organen binnen een pensioenfonds en gaat ook uitgebreid in op daaraan gekoppelde thema’s als benoemingen en zittingstermijnen. Onderwerpen als integraal risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen komen ook aan bod. Partijen beogen met de code de verhoudingen binnen het pensioenfonds en de communicatie met de belanghebbenden transparanter te maken en bij te dragen aan het versterken van ‘goed pensioenfondsbestuur’. De code is aangeboden aan de staatssecretaris van SZW met het verzoek om de inhoud wettelijk te verankeren. Gerard Riemen (Pensioenfederatie) is ervan overtuigd dat de code het functioneren van pensioenfondsen verder verbetert: “Voor belanghebbenden wordt duidelijker hoe een pensioenfonds  het toevertrouwde geld beheert en hoe alle belangen evenwichtig afgewogen worden. Zo kan de code ook bijdragen aan het herstel van vertrouwen”.

Deskundigheid, betrokkenheid en goede samenwerking vormen de basis voor goed bestuur van een pensioenfonds en voor alle andere interne organen die daarbij een rol spelen. De code richt zich op de drie bestuurlijke kernfuncties: besturen, toezicht houden en verantwoording afleggen. Dit alles in goede balans via een sluitend systeem van controle en evenwicht tussen de functies. Want alleen als een pensioenfonds de juiste balans weet te vinden tussen de bestuurs-, toezicht- en verantwoordingsfunctie kan de pensioenovereenkomst optimaal worden uitgevoerd. Gijs van Dijk (FNV) en Ap Fraterman (VNO-NCW) vinden het voor het draagvlak van groot belang dat de code door sociale partners en de pensioenuitvoerders zelf is opgesteld: “Zelfregulering is de beste weg om zaken voor elkaar te krijgen. Gedegen verantwoording afleggen aan alle belanghebbenden bij pensioenfondsen is wat ons betreft de kern van deze Code”.

Het is belangrijk dat pensioenfondsen hun functioneren verder verbeteren en inzichtelijk maken. Belanghebbenden moeten erop kunnen vertrouwen dat de door hun ingelegde pensioengelden goed worden beheerd en dat hun belangen evenwichtig worden afgewogen. Voor hen bieden daarom zeker de bepalingen in de code over diversiteit (betere vertegenwoordiging) en beloningen (zoveel mogelijk ten goede aan pensioen) meerwaarde. De code is opvolger van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur, die de pensioensector in 2005 vastlegde. De code past bovendien in het veelomvattende traject om het Nederlandse pensioenstelsel te moderniseren en houdbaar te maken voor de toekomst.

Een speciale monitoringcommissie, in hoofdzaak bestaande uit onafhankelijke deskundigen, zal gaan toezien op de naleving van de code en gaat daarover jaarlijks schriftelijk rapporteren aan de Pensioenfederatie, de Stichting van de Arbeid en de staatssecretaris van SZW. In die rapportage signaleert de commissie ook ontwikkelingen en doet zij aanbevelingen over aanpassingen van de code.